I'am home again

12 april 2015 - Seamill, Verenigd Koninkrijk

Hé vrienden,

Ik ben weer terug in Schotland. Dat voelt zo raar, maar ook zo veilig. Het voelt weer als huis hier. Ik zal jullie maar wat vertellen over mijn outreach, dat willen jullie vast wel horen;)

Donderdag 26 maart zijn we op de trein gestapt richting Carlisle, met Anna, Alex, Dani, Caitlyn en Nina. Een groep van 6 meiden met een leeftijd van 18 tot 23. We zijn/waren een bijzondere groep. Als jullie mij een beetje kennen weten jullie dat ik een vrij sterke persoonlijkheid heb. Stel je eens voor, een stuk of 3 meiden met dezelfde sterke persoonlijkheid in 1 huis. Het was goed, gezellig, maar soms ook bijzonder. Zullen we het daar maar op houden? Het was fijn om met alleen maar meiden te zijn. We waren lekker gek en konden gesprekken hebben over kinderen en trouwen, zonder dat een man zich ermee ging bemoeien.

We zaten met z’n zessen in een groot gezinshuis. Dit huis had een stuk of 8 kamers. We hadden het hele huis vrijwel voor onszelf. Een kerk maakte soms gebruik van de keuken en 1 ruimte, maar voor de rest was het huis van ons. Dat was zo heerlijk! We hadden de mogelijkheid om zelf te koken (wat heerlijk was). Ik sliep samen met Alex, mijn Canadese vriendin op een kamer. De kamer was ik denk twee keer zo groot als mijn kamer in Nijmegen. Ik weet niet of ik ooit nog terug kan naar die kamer.

De eerste paar dagen hebben we rustig aan gedaan. We hebben de stad beter leren kennen. Carlisle is echt een mooie stad. Carlisle heeft een kasteel, een kathedraal en een mooi stadscentrum. Ook heeft Carlisle, vlakbij de plek waar wij zaten een koekjesfabriek. Dus buiten rook het naar chocoladekoekjes. Heerlijk! We hebben vooral rondgelopen door de stad, winkels in en uit gelopen, en ruim anderhalf uur doorgebracht in een tweedehandsboekwinkel, gewoon dingen die je doet als je in een nieuwe stad bent.

Ik zal jullie eerst maar vertellen hoe onze dagen er uit zagen in Carlisle. De eerste week begonnen we om 9 uur met ontbijt (in plaats van half 8 in Schotland). Daarna hadden we ‘activations’, het begin van onze dag met elkaar. We lazen bijbel, luisterden naar muziek of praten over een bepaald onderwerp. Daarna gingen we de straat op (11.30-17.00) om met mensen te praten, te bidden of in een café zitten om bijbel te lezen. Dit was soms heel erg lastig, omdat de mensen in Carlisle niet echt praters zijn. Carlisle is een heel individualistische stad. We kwamen daar om Jezus te laten zien en om met mensen te praten. Maar dat was heel lastig. Als je op straat liep, liepen de mensen je heel snel voorbij. Ze keken je niet eens aan. Dit is totaal niet wat ik gewend was in Schotland en zelfs niet in Dronten. Ik vind het lastig om op mensen af te stappen. Daarom probeer ik daarvoor eerst oogcontact te maken met mensen. Dat lukte niet met de mensen in Carlisle. Dat was erg lastig. Rondlopen in een stad die je niet kent, met de druk op de schouders dat je iedereen moet bekeren tot het christendom (wat natuurlijk niet echt een redelijke druk is), is niet echt prettig.

Aan het begin van de outreach wist ik niet goed wat ik hier mee moest. Ik was naar Carlisle gekomen om mensen over God te vertellen, maar niemand was daar echt voor open. Hier hebben we, als team, veel over gepraat en voor gebeden. We zijn veel de straat op geweest om voor Carlisle te bidden. We baden voor meer openheid in de stad. En we baden voor de stad dat Carlisle de goedheid en liefde van God mocht leren kennen.

We hoorden van het andere team, dat in Coventry zat dat er veel mensen tot geloof kwamen. Dit was natuurlijk mooi, maar voor ons ook heel moeilijk om te horen. We dachten, doen we wat fout? Wat dan? We wisten niet zo goed hoe we dit konden veranderen, anders dan voor de stad bidden.

We hebben de eerste week veel gebeden, geprobeerd om met mensen te praten over oppervlakkige dingen, om het makkelijker te maken om over diepere dingen in het leven te praten. Elke keer als ik aan iemand zelfs maar om de tijd vroeg reageerden ze al geschokt. Ze waren het niet gewend om aangesproken te worden op straat, tenzij je geld van ze wilde. Ze wilden niet echt aangesproken worden. We lieten ze daarom ook maar een beetje met rust. Soms hadden we een heel goed gesprek met iemand, maar dat was maar sporadisch.

Vanaf de tweede donderdag, de donderdag voor Pasen, was er een internationale foodmarket in Carlisle. Op de markt was ook een Nederlandse kraam met snoepjes en wafels. Natuurlijk heb ik door een zakje met dubbelzoute drop gekocht. Je had de gezichten van mijn teamgenoten moeten zien toen ze een dropje in een mond staken. Priceless! Met de mensen op de foodmarket hebben we meer contact kunnen hebben. Ze waren meer open om met andere mensen te praten. Dat was natuurlijk hun werk, maar toch. We hebben leuke gesprekken gehad met deze mensen en heerlijk eten gegeten. We hebben iets van het evangelie kunnen delen met deze mensen. Dat was erg goed. Het voelde alsof we iets konden doen in Carlisle.

Goede vrijdag hebben we geholpen met het Leger des Heils (Salvation Army). We deelden hot cross buns uit. Google dit maar. Dit zijn broodjes die ze in Engeland eten met Pasen. Ik moet mijn zin iets veranderen: we probeerden hot cross buns uit te delen. Maar veel mensen wilden het niet eens aannemen. Je kan wel duidelijk zien dat het geen Nederlanders zijn. Welk weldenkend persoon wil er nou geen gratis voedsel? Het was heel moeilijk om zoveel afgewezen te worden. Maar wacht af, het wordt beter! Veel beterJ

Een spel wat we veel hebben gespeeld in de vrije avonden die we hadden was Dutch Blitz. Dat is de Amerikaanse versie van Ligretto. De Amerikanen speelden voor het eerst in hun leven Dutch Blitz met een echte Nederlander. Ik ben blij dat ik hen kon helpen om dit onderdeel van hun bucketlist te volbrengen.

Beide zondagen zijn we naar de kerk geweest in de Kathedraal van Carlisle. Dit waren kerkdiensten van de church of England. Het was te vergelijken met een katholieke mis, als ik Alex moet gelovenJ Het was goed en interessant om een ander soort kerkdienst mee te maken dan dat ik normaal doe. Het was interessant om alle tradities mee te maken. Paaszondag was de Bisschop aanwezig. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik in het echt een persoon zag met een mijter, naast Sinterklaas natuurlijk. Over al deze tradities heb ik wel gehoord, maar nooit in het echt gezien. Als ik terug kom in de Nederland heb ik wel wat mooie ideeën voor wat we in de Pijler (mijn kerk) kunnen doen.

We hebben heerlijk genoten, als team zijnde, van ons Pasen. We hebben een heerlijk diner gemaakt: Breakfast for Diner! Amerikaans breakfast wel te verstaan. En het was goed en gezellig. Denk: gekke foto’s maken, zo veel eten dat je je niet lekker meer voelt en met eieren gooien. Klinkt als een goed Pasen toch?

De tweede week van onze outreach hebben we andere dingen gedaan. Maandag en dinsdag hebben we Christian, een Noorse man, geholpen met zijn werk in een achterstandswijk in Carlisle. We hebben maandag door de wijk gelopen opzoek naar kinderen om mee te praten en daarna hebben we gevoetbald met een paar jongens uit de buurt. Ik heb nog nooit zo erg genoten van het voetballen. Jullie hadden me moeten zien. Ik denk dat mijn familie trots op me zou zijn. De volgende dag, dinsdag, hebben we ook geholpen met de kinderen. We hebben een aantal spellen gedaan, donuts gegeten en ik heb weer heel lang gevoetbald. Ik heb echt onwijs genoten van het voetballen. Je zag aan de kinderen dat ze aan het genieten waren. Je zag ook aan ze dat ze erg genoten van de complimenten die ze kregen van ons. Het was zo mooi om ze te zien!

Elke woensdag was onze vrije dag. Als in: we gingen koffie drinken en shoppen. Dit waren beide goede dagen waarin ik heel veel heb genoten van mijn vrije tijd. De eerste woensdag liepen we buiten. Het was niet super lekker weer maar ook niet heel erg slecht. En toen opeens begon het keihard te hagelen! Zo hard heb ik het nog nooit gezien! Ik heb wel eens door de harde regen gefietst, maar dit was 10 keer zo hard. Ik liep samen met Nina en Anna op straat en voor de rest was de straat helemaal uitgestorven. Na een halve minuut was de straat wit van de hagel. We hebben onwijs genoten met z’n drieën. Wat hebben we gelachen. Het was koud, nat en pijnlijk, maar ik had dit nooit willen missen.

Donderdag, 9 april, hebben we eindelijk een verschil kunnen zien in de stad Carlisle. We gingen de straat op om origami-vogels uit de delen. Iedereen die we een vogel wilden geven ontvingen onze vogel. Dat was zo verschillend dan een week daarvoor. We hebben donderdag zo erg genoten van de stad en hoe erg de stad was verandert. Mensen liepen veel langzamer door de stad. Je merkte echt een verschil met de dag ervoor. Dat was zo fijn om te merken. We hebben ook echt goede gespreken met de mensen op straat kunnen hebben op donderdag. Eindelijk wisten we weer waarvoor we het deden.

Vrijdag hebben we kaartjes geschreven voor alle mensen die we tegen waren gekomen. Deze kaartjes hebben we uitgedeeld en daarna hebben we genoten van onze vrije tijd. Anna, Nina, Alex en ik zijn nog op de draaimolen geweest die op het midden van het plein stond. Heerlijk was dat!

Zaterdag namen we de trein weer terug. Wat had ik een zin om weer terug te gaan. Om de andere groep uit Coventry weer te zien, maar ook om weer terug te zijn op de base, hier in Schotland. Dit voelt toch wel als naar huis gaan. Alex en ik hebben een half uur lang alleen maar enthousiast kunnen gillen, omdat we zo blij waren. ’s Avonds rond 21.30 kwam de andere groep terug. Toen hebben we weer een half uur lang enthousiast lopen gillen. Het voelde echt goed om weer terug te zijn.

Morgen begint onze nieuwe week weer. Ik heb er zin in! Ik houd jullie verder op de hoogte! Als je meer wil weten, voel je vrij om me een berichtje te sturen. Ik weet niet hoe snel ik reageer, maar ik zal reageren!

Tot snel lieve mensen!

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade